zondag 1 mei 2016

Want in het verleden, gebeurt er niets meer..

Lieve allemaal,

Het is vandaag 1 mei. Het begin van een nieuwe maand. Hopelijk een maand met veel zon en minder regen. Met veel warmte en minder kou. Met veel geluk en minder verdriet.

Deze dag verschilt eigenlijk weinig met die van gister. We zijn alleen 24 uur verder en hebben lang geleden wat naampjes aan deze tijd geplakt. Toch voelt het voor mij een beetje anders. En eigenlijk is dit gek, als je het op bovenstaande manier bekijkt..

Maar het begin van mei, doet me toch altijd nog herinneren aan de start van veel verdriet. Het is nu inmiddels alweer 9 jaar geleden, mei 2007, dat ik besloot om af te vallen. Toen eigenlijk al, zonder een zeker ‘doel’ voor ogen. Mijn grootste drijfveer tot dat besluit, was denk ik vooral de hoop om ‘gelukkiger te worden dan ik op dat moment was’.

Het begin van een eetstoornis kan je denk ik (bijna) nooit vaststellen op een specifieke datum. Dus ook in mijn geval zou het oppervlakkig zijn, te zeggen dat in mei 2007 mijn eetstoornis ‘begon’. Er lagen vele gevoelens onder die wens om af te vallen. Veroorzaakt door gebeurtenissen, van misschien al jaren eerder. Daarbij hebben gebeurtenissen ná dit besluit, er ook weer voor gezorgd, dat ik er eigenlijk niet meer uitkwam.

Ik werd niet wakker met de gedachte;
- ‘Zo, laat ik vanaf vandaag maar eens de (iig) komende 9 jaar heerlijk verpesten.’
Of;
- ‘Zo, laat ik mezelf vanaf vandaag maar eens beroven van ‘het normale leven’’

Het begon echt alleen met het bedenken van een manier, om iets gelukkiger te kunnen zijn. Niet met het doel om zo dun te worden als de modellen die tegenwoordig gefotoshopt worden in de VOGUE. (Ik las dat blad niet eens en heb sowieso nooit de motivatie om af te vallen uit de media gehaald..)

Het was echt mijn plan om te stoppen met afvallen, als ik gelukkiger was. En ik had echt het idee, dat hier toch niet zoveel issues bij zouden komen kijken. Maar nu is toch wel gebleken, dat niets minder waar was dan dit.

2007, en inmiddels is het alweer 2016.
9 jaren naar de *lees hier het lelijkste woord wat in je opkomt*.

Ik word er zo verdrietig van, als ik hierbij stil ga staan. Op een dag als vandaag dus vooral. Wat bezielde me toen, om te denken dat afvallen de oplossing zou zijn voor mijn nare gevoelens? Wat heeft me al die jaren erna ervan weerhouden, om het tij weer te keren?
Want, het gaat niet over ‘in behandeling gaan/eten/aankomen en dan is alles weer oké’.
Het gaat over zélf inzien dat het destructieve gedrag waar je zo in vastzit, je uiteindelijk niet gaat opleveren waar je eigenlijk zo naar verlangt. Het gaat over jezelf het leven weer gúnnen. Het gaat over openstaan voor veranderingen, hoe eng deze dan ook zijn.

Kortom; het gaat over JOU. Wat wil JIJ met je leven.

9 jaren en zoveel behandelingen verder. Ik kijk ook echt met de nodige schaamte terug, op bepaalde periodes.. Altijd was ik ervan overtuigd dat ik vocht. En uiteindelijk denk ik opzich, dat er altijd nog wel een deel van ‘de echte Mirjam’ staande is gebleven.. Anders had ik dit hier denk ik niet meer kunnen typen. Maar in het gevecht wat ik toen leverde, kwam de motivatie iig nooit echt vanuit mezelf.. Want iedereen zei wel 'dat het beter zou zijn als ik die eetstoornis losliet'.. Maar wat dán?

Dit echte besef, de echte wil, om er toch vanaf te komen vanuit mezelf, ontstond denk ik vorig jaar rond deze tijd pas. Het was niet eens dat ik zo’n zin had in de toekomst. Eerlijk gezegd kon ik de toekomst niet eens zíén. Maar het was meer, dat ik wel zó klaar was met het verleden. Ik zag in dat het me eigenlijk nauwelijks meer opgeleverd had, dan alleen een heleboel wanhoop, verdriet en pijn. Ook binnen mijn omgeving. (Alhoewel ik nog wel steeds van mening ben, dat herstellen voor de ander uiteindelijk ook niet optimaal werkt op langere termijn.. Hoeveel ik dan ook van mijn familie houd..)

Anyhow. Ongeveer een jaar geleden leek ik dan toch ein.de.lijk ‘het licht’ te hebben gezien. Waar anderen dit al na 1,5 jaar lijkt te lukken, had ik er 8 jaar voor nodig. En daarbij was dit besef alleen, nog láng niet genoeg om meteen 3 slagroomtaarten naar binnen te douwen. Want anorexia gaat om zoveel MEER dan eten. Het is een ‘eet’stoornis, maar dat eten is en blijft maar een symptoom van zoveel meer..

Ik denk alleen wel, dat zo’n besef nodig is om echt te kunnen gaan vechten. Vechten tégen de eetstoornis, in plaats van mét de eetstoornis. Beetje jammer alleen, dat je bij het fenomeen ‘vechten’, niet zo gemakkelijk op je luie reet kan gaan zitten om de strijd te overwinnen..
Soms heb ik nu namelijk ook echt nog wel die neiging, om even met het vechten te stoppen. Ben ik gewoon te moe van het moment in moment uit relativeren van gedachten die zó vanzelfsprekend zijn geworden in mijn hoofd.
Maar zodra ik een ‘time-out’ lijkt te nemen, lijkt het alweer alsof ik teruggezogen word. Op deze manier moet ik dus toch dagelijks alert blijven en dat is redelijk frustrerend.

Ik probeer wel echt vol te houden. Ik doe wel echt ‘mijn best’. Omdat ik weet, dat het nóg frustrerender is, om voorgoed in die beperkte leven gevangen te blijven zitten. Maar dit neemt niet weg, dat het soms dus nog wel eens fout gaat. Dat ik in die zin de 'makkelijkste weg' kies. De weg van mijn eetstoornis.
 
De keuze voor herstel is geen lift recht omhoog. Het is een meterslange trap en soms zet ik echt weer een paar stappen terug. Uit angst, uit wanhoop, uit onzekerheid. Maar, het einde van de trap komt wel steeds meer in zicht nu. Mede dankzij al de hulp die ik heb gekregen het afgelopen jaar. Maar misschien ook wel, dankzij de hulp van de jaren ervóór. Hulp die toen nog niet binnenkwam, maar die ik onbewust nog wel ergens in mijn hoofd opgeslagen heb.

Ik ben onwijs dankbaar voor het vertrouwen van bepaalde mensen. Vertrouwen wat ik echt al bijna kwijt was. Waardoor ik de hoop al bijna opgegeven had. 
Maar zónder hoop, is er gewoon geen beginnen aan. Aan welk gevecht dan ook.

Dus. Ik denk dat het er vooral op neerkomt;
Geef niet op. Nooit. Wees altijd op zoek naar vertrouwen. Desnoods bij de ander, als je het in jezelf even niet meer kan vinden. Want ik weet eigenlijk gewoon zeker, dat er áltijd wel iemand is die in jou vertrouwt.. (Of je nu gelooft of niet..)

Ik schaam me, voor de afgelopen 9 jaar. En tegelijkertijd, had ik me nooit op deze manier kunnen ontwikkelen, zónder mijn ziekte.
Ik heb zéker nog een lange weg te gaan. Dit maakt me soms echt nog wel moedeloos, bang ook. Maar vertrouwen en hoop houden, zijn hierin zo belangrijk.
Vertrouwen in mezelf, omdat ik met deze nodige ‘bagage’, toch wel aardig wat zelfkennis opgebouwd heb, die ik constructief in kan zetten. Hoop op een toekomst, die ik eindelijk steeds meer lijk te kunnen zien, nu ik me ingeschreven heb voor een studie.

Bedankt voor het lezen weer.. Ik hoop dat het niet te vaag is en dat jullie er zelf misschien ook wel iets (heel kleins) uit kunnen halen.

Liefs. 
 
 

vrijdag 26 februari 2016

Hoopvol

Lieve allemaal,

Ik had weer eens zin om te schrijven hier. Zoals ik de laatste tijd eigenlijk in steeds meer dingen echt ‘zin’ krijg. Een gevoel dat ik tijdenlang niet heb gekend, want eerder was alles maar een beetje vlak. Deed ik de dingen omdat ze moesten, of omdat anderen zeiden dat ze leuk waren. Maar echt vóélen kon ik het nooit.
Dit maakte me op dat moment opzich niet zoveel uit hoor. Ik was er na al die jaren wel aan gewend. Maar des te raarder is het dan nu ook, om te merken dat je weer écht kunt genieten van dingen. Vooral, van op het eerste gezicht heel ‘gewone dingen’. Uitslapen, tekenen, muziek luisteren, en nu dus even mijn gedachten hier loslaten. Ik ervaar de wereld zoveel malen anders dan voorheen.

Bij het schrijven van mijn laatste update, was ik nog wat twijfelachtig.. Ik wist niet goed hoe het ging. Hoe ik me nou eigenlijk écht voelde, bij al de veranderingen die ik momenteel doormaak. Alles was en blijft dubbel. Wat goed is voor mezelf, is bijna vanzelfsprekend slecht voor de eetstoornis. En helaas is die eetstoornis ook nog steeds een deel van mij. Een geniepig deel wat ik niet moet onderschatten. 

Maar, ik begin me steeds zekerder te voelen. Zekerder in mijn gevecht en in de mogelijkheid dat ik dit gevecht nog wel eens kan gaan winnen ook.. Een gedachte die ik een tijd geleden eigenlijk al bijna definitief uit mijn hoofd gezet had, om eerlijk te zijn.
Misschien moest ik gaan accepteren, dat ik voor de rest van mijn leven aan niets anders dan eten zou kunnen denken? Misschien moest ik gaan leren, om het leven op deze manier maar zo dragelijk mogelijk te maken? Want hoe realistisch was het toen, om ervan uit te gaan dat ik na 8 jaar gekloot en ‘tig behandelingen nog een keer het licht zou gaan zien..

Maar dat licht, dat lijk ik nu misschien toch wel eindelijk alsnog gevonden te hebben. En ja; er staan aardig wat bijwoorden in de voorgaande zin. Omdat ik het voor mij wel moeilijk te geloven blijft. En ook, omdat ik angstig blijf hiermee verwachtingen te scheppen.. Anderen dingen laat hopen en geloven, die ik dan vervolgens tóch niet waar kan maken..  

Want, ‘de dingen’ blijven wél verrekte lastig. Het eten, het aankomen; het accepteren van verandering hierin vooral..
Maar, ik ga het aan. Ik ga het aan en ik sta nog. Het eten is soms doodeng, maar ik pas nog steeds door de deur. Het aankomen gaat soms onverklaarbaar hard, maar de weegschaal crasht nog niet als ik er op ga staan. Daarbij worden mijn broeken nu te kléín, in plaats van de groot (ahum, erg lastig punt). Maar ook dit probeer ik vooral te zien als iets positiefs en een goede reden om fijn met mama nieuwe broeken te kopen.

“Hoe mooi kan het leven zijn.
Het is maar hoe je kijkt, het is maar wat je droomt.
Hoe mooi, is jouw werkelijkheid, jij bent net zo rijk.
Zo rijk als je je voelt.”

Ik vind dat Marco Borsato gelijk heeft.

Ik kan momenteel denken aan de dingen, die ik nooit meer zal kunnen krijgen. Geen vrolijke puberteit. Geen excursies van de middelbare school en geen schoolgala. Al de gemiste jaren sport. Vriendinnen waarmee ik het contact ben verloren, omdat mijn situatie zo ingewikkeld was/is.

Maar ik kan ook kijken naar de dingen, die ik alsnog heb mogen ontvangen. Ondanks mijn ziekte, of misschien juist, dánkzij mijn ziekte. Contacten met lotgenoten. Échte vriendinnen, die zijn gebleven. Al de kaarten die ik heb mogen openen tijdens mijn opnames. Maar vooral ook, een aardige prak zelfkennis.

Een leven met een eetstoornis is en blijft rot. Het afscheid nemen van de ziekte voelt iedere keer weer als een rouwproces. Maar met al de steun in mijn omgeving, heb ik nu écht de hoop ‘dat het goed komt’. Therapie eist momenteel veel tijd en energie. Met school bijna geen doen, maar anderzijds levert het me ook zóveel op. Eindelijk lijken de dingen die gezegd worden, oprecht binnen te kunnen komen. Ik ben lange tijd zo van de wereld geweest, wat grotendeels te wijten was aan mijn ondergewicht. Momenteel heb ik gewoon letterlijk meer in te zetten. Zowel fysiek als mentaal.

Ik ben weer iemand.
Ik weet nog niet zeker of ik ‘die iemand’ zo’n fijn persoon vind, maar dat kan ik in nu ieder geval gaan ontdekken. Het is echt zo heel cliché ‘een zoektocht naar mezelf’ momenteel. Met soms ook aardige obstakels op het pad. Vorige week werd ik ziek en daarnaast waren er nog aardig wat andere stress-factoren. Ik had me in maanden niet zo rot gevoeld. De negatieve gedachtes probeerden me opnieuw over te nemen en ik dacht dat ik terug bij af was.
Maar achteraf zie ik verschil. Ja, ik voelde me onwijs rot. Máár, ik greep niet terug op het (minderen in) eten. Omdat ik wíst dat dit me iig niet verder zou helpen. Waar de eetstoornis mij daar eerder nog van had kunnen overtuigen, lukte het me toen hier weerstand tegen te bieden. En nu, achteraf, ben ik blij dat ik het eten zo heb volgehouden. Nu kan ik eens een xtje met een tróts gevoel terugkijken, in plaats van met een schuldgevoel.

De eetstoornis is de oplossing niet meer.
Soms voelt het nog wel zo, maar ik weet beter.

Toch even tot slot; ik ben er natuurlijk nog lang niet. Ik heb nog onwijs veel kilo’s te gaan en onwijs veel dingen te verwerken. Het is elke dag ‘rouwen’ om het stukje leven dat ik loslaat. Dat stukje dat me eigenlijk toch ook wel dingen gebracht heeft, al is dat als omstander misschien moeilijk te begrijpen.

Maar, ik wil er dus écht voor gaan, nu.
Ik kan niet wachten om mijn straks eigen kamertje te hebben en in Utrecht te studeren.
Wie weet dat het me dan tóch ooit lukt, om later ook zélf ervaringsdeskundige te worden.
Als ik genezen ben, uiteraard. En echt gelukkig.

Liefs

zondag 17 januari 2016

Terugblikken & vooruit (kunnen) kijken

Lieve allemaal,

20 augustus was de laatste keer dat ik hier een berichtje achterliet. Dit is inmiddels alweer 5 maanden geleden en ik moet eerlijk bekennen dat ik nu ook geen idee meer had waar het over ging. Daarom heb ik het stukje net teruggelezen en dit heeft me eigenlijk best wel geraakt.. (Best ‘vreemd’, dat je eigen woorden je dan kunnen raken..?)

Bij het teruglezen voelde ik de spanning bijna weer, zoals ik die toen voelde. 10 dagen voor Portugal; de reis die het verschil zou gaan moeten maken. De reis waar ik zo hard voor gevochten had en eigenlijk ook wel mijn laatste beetje hoop op had gevestigd..

Inmiddels ben ik alweer 4,5 maand terug in Nederland en is het hele Be-Leef-traject op 18 december afgesloten. Ik ben nog steeds in behandeling, maar heb het nu, gelukkig, toch een stuk rustiger met 1-2 dagen therapie in de week.

Want dat waren de afgelopen maanden vooral: Onwijs intensief en hierdoor aardig slopend. Maar als iemand me nu opnieuw voor de keuze zou stellen, zou ik het alsnog zeker weer doen.
Ik heb het echt niet makkelijk gehad en eigenlijk heb ik het momenteel ook nog best wel moeilijk. Maar ik heb zoveel meer zelfkennis gekregen en deze (vooral) ook weten tóé te leren passen. Want dat is toch wel hetgeen waar het de afgelopen jaren altijd op misliep.. Ik wist het allemaal wel, maar het doen leek toch altijd onmogelijk.

Dit is denk ik het belangrijkste wat ik in de afgelopen tijd ‘geleerd’ heb; Dat doen niet onmogelijk ís. Doen is eng, dood-eng. Onbekend, lastig en hierdoor minder veilig. Maar deze schijnveiligheid zal ik toch echt los moeten laten om verder te kunnen komen in mijn leven.  

In Portugal heb ik geleerd minder te luisteren naar en te gehoorzamen aan mijn angsten. Of beter gezegd; de angsten van de eetstoornis. Ik móést mijn angsten wel aangaan, en merkte daarbij dat de wereld niet ineens compleet verging. Iets wat ik/mijn eetstoornis me toch altijd wel wijs had gemaakt.
De ‘onveiligheid’ van een leven waarin de eetstoornis niet meer de hoofdrol had, was absoluut niet makkelijk. Maar ik ervaarde voor het eerst zélf, dat het me ook dingen op kon leveren. Want dit had ik natuurlijk al zo vaak van anderen gehoord, maar echt gevoeld had ik het zelf nog nooit.
Als mensen zeggen dat dat ijskoude zwembad best lekker is, geloof je het ook pas als je de sprong hebt gewaagd en aan het water gewend bent geraakt.

Tijdens Be-Leef werd ik keer op keer weer met mijn angsten geconfronteerd. Ik kwam er hierdoor ook (weer) echt achter hoe vast ik zat, en nu eigenlijk nog steeds wel zit trouwens.. Maar ik kwam er ook achter dat het blijven ontwijken van deze angsten, uiteindelijk niets zal gaan opleveren op de langere termijn. Ofjawel; een zwaar beperkt leven met een chronische eetstoornis. En daar pas ik voor.

Inmiddels zijn al de ervaringen van de afgelopen tijd wat meer bezonken en heb ik mezelf ook wat bij kunnen slapen. Nu ik wat meer uitgerust ben, probeer ik al mijn opgedane kennis beetje bij beetje in praktijk te brengen.
Dit is erg lastig en valt me zwaar. En ja; ik sta nog steeds vaak op het punt om op te geven en terug te grijpen naar mijn oude/slechte gewoontes. Maar nee; dit  probeer ik uit alle macht niet meer te doen. Omdat al deze gewoontes en ‘veiligheid’, horen bij een leven met een eetstoornis. Een leven waar ik nu na 8 jaar, toch écht uit wil komen. Hoeveel wanhoop en tranen daar dan ook voor nodig zullen zijn.

Ik baal ervan dat het zo’n gevecht blijft. Dat het dus toch echt geen principe is van; ‘Knopje om, en gaan met die banaan (& zakken friet en slagroomtaart)’. Ik had zó graag gehad dit knopje te gaan kunnen vinden, maar ik denk dat ik mezelf daarmee voor de gek houd. Genezen is een werkwoord, keihard vechten, elke dag weer. Dat ervaar ik nu en dat valt me tegen. Maar het weerhoud me er momenteel niet (meer) van om het te blijven vermijden.
Alles loopt dus nog niet op rolletjes. Maar misschien is dat ook juist wel nodig. Ik denk dat ik van elk obstakel wat ik tot nu toe tegen ben gekomen, wel iets geleerd heb.  

Ik kom de laatste tijd weer vaker mensen tegen, die me een tijdje niet gezien hebben. Ik kan weer normaler met hen praten, heb daar nu simpelweg ‘gewoon’ de energie weer voor. Deze gesprekken komen al snel uit op de vraag ‘Hoe het met mij gaat?’ En voor het eerst sinds lange tijd kan ik antwoorden; ‘Het gaat eigenlijk wel goed..’

Daarmee bedoel ik dan dus niet dat ik nu lachend door het leven ga. Dat ik mijn eetstoornis al voor de volle 100% aan de kant heb weten te zetten en er op geen enkel moment meer naar luister.
Maar ik bedoel ermee dat ik eindelijk weer zicht kan/durf te hebben op een toekomst. Een diploma, een studie, een eigen kamer, en hopelijk nog veel meer ‘gewoons’ daarna. Want deze toekomst klinkt voor velen van jullie waarschijnlijk zo gewoon, maar voor mij blijven dit toch nog steeds heel ongewone zaken.

Ik vecht en heb het moeilijk. Moeilijk met intensere gevoelens, moeilijk met het eten, moeilijk met mijn 'volledig uit mezelf' stijgende gewicht. Maar het moeilijk hebben is iets anders dan opgeven.